De oproller of zwarte kogel, de Glomeris marginata, behoort tot de miljoenpoten en is in Nederland en België een redelijk algemene soort.
Deze soort is voornamelijk s’nachts actief en voedt zich met dood organisch materiaal, bladafval en rottend hout.
De mannetjes blijven iets kleiner dan de vrouwtjes. De mannetjes worden 7 tot 15 mm en de vrouwtjes worden 8 tot 20 mm. Ze zijn glanzend zwart/donkerbruin en hebben langs de lichaamssegmenten een witte/cremekleurige rand.
Als ze bedreigt worden kunnen ze zich oprollen tot een bal, vandaar de naam oproller of zwarte kogel.
Ze houden van vochtige gebieden en zijn te vinden in de laag van vergane bladeren en humus in loofbossen.